Terug naar de Hedwigepolder
Terug naar de ontpolderde polder, samen met natuurfotograaf Henk Knibbeler, die vandaag een expositie zou openen – maar die wordt nu door corona tegengehouden. Hij komt al ruim 40 jaar in het gebied, dat uitvoerig beschreven wordt in het boek ‘Dit is mijn hof’. De afgelopen jaren telde hij er 272 verschillende plantensoorten.
Nu staat er een hek omheen en moet de polder onder water. De pers volgt het niet meer, maar de voorbije maanden werd al een groot deel van de kleigrond afgegraven voor een enorm geulenstelsel, soms tot vijf meter diep. De nog overblijvende akkers kleuren geel van het jacobskruiskruid en wit van het distelpluis. Duizenden populieren werden al gerooid en alle huizen, schuren en stallen zijn gesloopt. De grote hoop puin in het midden is wat er rest van het vroegere fraaie jachthuis.
VERDRONKEN DORP
Alleen de ruïne van het witte landhuis aan de Scheldedijk, met de onvermijdelijke toiletcabine ernaast, mag nog even blijven staan, voor zwaluwen en vleermuizen. Wat verder is een 13 meter hoge vleermuistoren gebouwd, net op de plek waar volgens archeologen het verdronken dorp Casuwele in de middeleeuwen lag.
Er komt nog een 28 meter hoge panoramaheuvel met bovenop een 25 meter hoge uitkijktoren, zo hoog als de leeuw van Waterloo volgens de organisatoren. En natuurlijk een café-restaurant.
Opvallend is ook de draadafsluiting in het water, rond een paar broedeilandjes voor vogels, om de vossen af te schrikken. Maar naar verluidt hebben ze toch weer veel nesten leeggegeten.
GROOT SAEFTINGHE
Een bord meldt dat de Vlaamse overheid al het graafwerk op Nederlandse bodem uitvoert en betaalt, 52 miljoen euro. Een ander bord legt uit dat de ontpolderde polder moet opgaan in een uniek ecologisch gebied met slikken en schorren, het Grenspark Groot Saeftinghe.
Achter het nieuwe pompstation staat een peloton gele graafmachines paraat. Ook corona heeft ze niet tegengehouden.